In januari 2010 kreeg ik de eerste chemokuur, in no-time deed het pijn en leek mijn zenuwstelsel aangetast en werd ik misselijk en naar.
Ik had het al een week uitgesteld omdat ik tijdens de eerste afspraak een verkoudheid had opgelopen en stiekem hoopte dat de chemo niet door mocht gaan. Alles in mij verzette zich tegen chemo.
De druk van mijn omgeving won uiteindelijk en ik ging toch de chemokuur nemen. De angst die ze je aanpraten dat wanneer je geen chemokuur neemt de overlevingskans helemaal 0% was.
Een moeder die vond dat ik moest vechten voor mijn kids en dat kon alleen middels de witte jassen volgen en me vol laten lopen met chemo. Ik ben nog nooit zover van mijn gevoel weggelopen als toen. Na het lezen van alle mogelijke bijwerkingen had ik eigenlijk mijn portie al gehad. Ik ben nog nooit eerder zo verdrietig het ziekenhuis uitgelopen als toen.
.

Ik voelde me na de genezing van de operatie niet ziek en wist dat ik me wel ziek ging voelen na de chemo, los van alle mogelijke bijwerkingen als bijvoorbeeld kaal worden, misselijk, moe, pijn, zenuwaandoeningen en noem alles maar op
De eerste kuur werd een feit. Ik meldde me bij de afdeling en moest eerst een infuus aangeprikt krijgen. Daar begon het drama al. Ik ben moeilijk te prikken, dus na vele mislukte pogingen kwam er een anesthesist om het infuus aan te leggen. Daarna mocht ik naar de chemo kamer. Een kamer die vol stond met allemaal relaxstoelen en laptops zodat je je tijdens de chemo niet moest vervelen.
De eerste zak ging erin. Eerst even spoelen mevrouw. Oke, wat moet dat moet! En daarna kwam de zo gevreesde eerste chemokuur. De tranen stonden in mijn ogen. Ik zag allemaal kale koppies om me heen. Hoofddoekjes, slecht uitziende mensen, grauwe gezichten. Al met al gaf het me niet echt veel moed. Maar ik liet het toch gebeuren in de hoop dat iedereen om mij heen het beste met mij voor had en dit toch de beste weg was.
Na nog geen kwartier ging mijn arm al vreselijk pijn doen. De verpleegster wist hiervan omdat iedere patiënt die dit soort chemo daar last van had. Zij deed een warme deken er omheen want dat zou de pijn verlichten.
Niets was minder waar. De pijn bleef tot aan de laatste druppel, bah!
Een uurtje later moest ik toch wel gaan plassen. Wat ik toen nog niet wist was dat de chemo mijn zenuwen meteen aantastte en ik niets meer kon aanraken dat kouder was dan mijn eigen lichaamstemperatuur. De paal van het infuus, de deurknop van het toilet, de knoop van mijn broek. In een uur tijd kon ik niet eens meer mijn eigen broek open knopen. De deur moest een ander open maken want de deurknop was van metaal en dus ook erg koud. Vreselijk vond ik dat. Ik werd een beetje misselijk en voelde me naar. En wilde het allerliefst de slang van het infuus eruit trekken en zo had ik kon weglopen uit het ziekenhuis. Thuis werd ik al snel moe en benauwd. Bleh
Ik heb daar een hele werkdag gezeten van ‘s morgens 9 uur tot 1800 uur. Eindelijk werd ik verlost van het infuus en kreeg ik medicatie mee, want het hield niet op bij dit infuus. Ik moest daarna nog 14 dagen chemotabletten gebruiken.
Deze tabletten zouden er voor zorgen dat er stilstand (het hoogst haalbare) bereikt kon worden. Dus ik ging met een lekkere dosis gif naar huis.
Het was januari, koud buiten! Wat schrok ik daarvan. Alles verkrampte. Mijn neus krulde op, mijn handen en voeten deden pijn en mijn mond trok in een monatoetje. Verschrikkelijk. Ik wist meteen waarom men in het ziekenhuis een sjaal, muts en handschoenen adviseerde voor de terugreis. Zonder was echt niet te doen.
Jankend ging ik naar huis! Met pijn in heel mijn lijf. In een dag was ik een compleet ander mens. De ellende was begonnen. Het begin van nog een reeks daarop volgende chemo behandelingen.
Lees hier hoe het allemaal begon en